Rechter Jan van der Does schreef jarenlang prachtige columns over zijn werk in het Advocatenblad, in een poging advocaten te laten zien hoe zij worden gezien door hun belangrijkste toehoorder.
‘Wat zich aandient in de vorm van geluid, van zicht en geuren is overdadig.[…] Een levenskunstenaar weet nog op een mesthoop een madeliefje te ontwaren. En dat madeliefje bepaalt uiteindelijk de waardering voor het geheel.’